maandag 11 juli 2011

2.0 Inleiding 'drie ambten'

Onderwerp van dit artikel is de ambtsleer in 1Clemens (voor Griekse tekst, zie HIER), en in het bijzonder of er aanleiding is te menen dat Clemens de drie kerkelijke ambten kende van bisschop, priesters en diakenen. De meest gangbare aanname is dat de schrijver deze drieledige opdeling niet kende. Daartoe wordt meestal aangevoerd dat de schrijver de termen presbyters en bisschoppen inwisselbaar gebruikt en hij alleen spreekt over het aanstellen van bisschoppen en diakenen door de apostelen. Voor het bewijs dat er geen sprake was van een drieledig ambt wordt dus meestal gewezen op het feit dat de schrijver geen streng onderscheid maakt tussen bisschoppen en presbyters (Zie zo Lona, p. 474), omdat het aangevoerde schriftbewijs alleen spreekt over bisschoppen, en presbyters zijn afgezet.

Horacio Lona beschrijft goed de onduidelijkheid die er bestaat over de onderlinge verhouding van de verschillende ambtelijke begrippen die in de brief worden gebruikt (bisschoppen, presbyters, diakenen, regeerders), en komt tot de conclusie dat er in elk geval geen aanwijzingen zijn dat er een niet-collegiale structuur was; op grond daarvan verwerpt hij de stelling van Hofmann (Hofmann 1989) dat er weldegelijk aanwijzingen zouden zijn voor een drieledig ambt. Mijns inziens is dit onvoldoende argumentatie, want een drieledig ambt sluit een collegiale regeerstructuur helemaal niet uit. Niet elke drieledige ambtelijke structuur is per definitie een bisschoppelijke autocratie. Een dergelijk drieledig ambt is inderdaad niet aanwezig. Maar de vraag hoe de schrijver deze verschillende titels gebruikt en of deze wellicht toch een collegiaal drieledig ambt kende, wordt daarmee niet beantwoord. De aanwijzingen die daarvoor binnen de brief zijn, worden niet besproken of weerlegd.

Deze blog is bedoeld voorzichtig een antwoord te formuleren op deze vraag. De voorzichtigheid bestaat daarin dat ik hier de aanwijzingen wil verzamelen die wel duiden op een drieledig ambt. Dat wil ik doen onder vier hoofden.

2.1 Allereerst is het nodig de context te schetsen waarbinnen het kerngedeelte 40-44 moet worden geplaatst.
2.2 Daarnaast is het nodig te kijken naar de typen die Clemens gebruikt uit het Oude Testament als aanwijzingen dat hij weldegelijk een drieledig ambt in gedachte had.
2.3 Daarna is het als derde nodig deze aanwijzingen in overeenstemming te brengen met de wijze waarop Clemens spreekt over bisschoppen, presbyters en diakenen.
2.4 Tenslotte is het nodig te wijzen op het ondersteunende bewijs dat wordt geleverd door de brieven van Ignatius en Polycarpus.
2.5 Conclusie en toepassing op onze tijd

Geen opmerkingen: